|
| De republiek Ierland (officieel: Republic of Ireland en in het Iers: Poblacht Na h'Éireann of kortweg Éire) beslaat ongeveer vijf zesden van het eiland Ierland. Tussen Ierland en Groot-Brittannië ligt de Ierse Zee en voor de rest wordt Ierland omgeven door de Atlantische Oceaan. Ierland is gekend voor zijn natuurlijke schoonheid en turbulente geschiedenis. Dankzij de weelderige groene landschappen heeft Ierland de naam 'Smaragden eiland' verdiend. Ierland is ongeveer 70.285 km² groot en heeft een populatie van ongeveer 3.900.000 (vooral verdeeld over Dublin, Cork, Limerick, Galway en Waterford). De officiële talen zijn het Engels en het Iers. Centraal Ierland heeft een golvend landschap en wordt omringd door bergen en heuvels. Dit deel van Ierland is bezaaid met meren en meertjes o.a. Lough Corrib en Lough Neagh, het grootste meer van Ierland en Groot-Brittannië samen. Het is ook het meest vruchtbare gedeelte van het land. Tevens vindt men hier de “bogs”, uitgestrekte veengebieden. Aan de oostkust liggen duinen en de leegste en mooiste zandstranden van Europa. De westkust is een zeer grillig en rotsachtig landschap, met diepe inhammen, hoge rotsen en vele spectaculaire kliffen. De hoogste bergketen zijn de Wicklow Mountains in het Oosten van Ierland. De hoogste “berg” van Ierland is de Carrantuohill in County Kerry (Westen van Ierland), en is ongeveer 1040 meter hoog. Door het noorden loopt een brede gordel van kleine steile heuvels, de “drumlins”. De langste rivier is de Shannon (370 km), die door het midden van Ierland loopt. De bekendste eilanden van Ierland zijn de Aran-eilanden die gelegen zijn in de Galway Bay aan de westkust. Door de vorm en grootte van het eiland ligt geen enkel punt op het eiland verder dan 100 kilometer van de zee af. Ierland heeft een gematigd, mild zeeklimaat, dit heeft het te danken aan de invloed van de Warme Golfstroom. Vandaar dat Ierland geen warme zomers en strenge winters kent. Omdat het een vrij klein eiland is zijn er maar kleine verschillen tussen de diverse delen van het land. Het eiland staat sterk onder invloed van over de oceaan naar het Europese vasteland trekkende lagedrukgebieden; voornamelijk langs de westkust kan het vaak zeer hard waaien. De gemiddelde jaarlijkse neerslag over Ierland is groot (ca. 1100 mm). De grootste hoeveelheden vallen langs de westkust (1500-2000 mm in het uiterste zuidwesten). De hoofdstad Dublin ligt met ongeveer 750 mm in de droogste zone van het land. Het aantal dagen met neerslag is groot, evenals het gemiddeld aantal regenuren (700-1000 per jaar). Meer dan de helft van het Ierse grondgebied heeft gemiddeld 225 regendagen per jaar. In de zomer valt er gemiddeld op zo’n twaalf dagen regen. Het kan dagen achter elkaar regenen, maar het kan ook weken lang zonnig weer zijn. De minste neerslag valt in het voorjaar; de droogste maanden zijn mei en juni. Er valt over het algemeen zelden sneeuw en ook vorstdagen zijn vrij zeldzaam. Ierland wordt ook wel het “groene eiland” genoemd vanwege de vele tinten
groen die het eiland overheersen. Ierland is een land met weinig bossen. Slechts
5% van Ierland is bedekt met bos, veelal aangeplant naaldhout. In een ver
verleden was een groot deel van Ierland bedekt met bossen maar overbeweiding en
houtkap tussen de 16e en 18e eeuw leidde tot grootschalige ontbossing. In het
zuiden zijn wel drie meter hoge fuchsiahagen te zien. Op beschutte plaatsen
groeien zelfs palmen, magnolia’s en aardbeibomen. Rododendron komt in Ierland
zeer veel voor. Bijzonder is de flora van de Burren, een kalksteenplateau. Hier
groeit alpenflora en Middellandse-Zeeflora. Verder vinden we in Ierland
vlierstruiken, kamperfoelie, meidoorn, rozen en de opvallende gaspeldoorn.
Orchideeën zijn met name in de duinen te vinden. Het veenland is voornamelijk
begroeid met veenbessen, veenmossen en dopheide. |
Last modified: maart 13, 2005 |