1.2 Qi en Cultivatie Energie
De “Qi” waarnaar we nu verwijzen, werd “qi” genoemd door de oude Chinezen.
De twee woorden betekenen in werkelijkheid hetzelfde. Beiden verwijzen
naar kosmische energie, de vormloze en onzichtbare materie in het universum.
Ze verwijzen niet naar lucht. Door cultivatie kan het menselijk lichaam
de energie van deze materie in het spel betrekken, die ziektes kan verwijderen
en de fysieke conditie verbeteren. Qi is echter uiteindelijk niet meer
dan qi. Jij hebt qi. Hij heeft ook qi. Qi houdt elkaar niet in toom. Sommige
mensen zeggen dat qi gebruikt kan worden om een ziekte te genezen; of je
zendt iemand wat qi om zijn ziekte te behandelen. Dit is allemaal totaal
onwetenschappelijk omdat qi helemaal niet geneest. Als een beoefenaar qi
heeft in zijn lichaam, betekent dit dat zijn lichaam nog geen “Melk-Wit-Lichaam”
geworden is, en hij dus zelf niet vrij van ziektes is.
Wat een goed ontwikkelde beoefenaar uitstraalt is geen qi, maar de hoge
energie massa, hoge energie materie in de vorm van licht met zeer kleine
deeltjes in een grote dichtheid. Deze hoge energiemassa wordt cultivatie
energie genoemd. Alleen dan kan het gebruikt worden om niet-beoefenaars
en ziektes te behandelen. Er is een gezegde:” Het Boeddhistische licht
verlicht alle dingen en brengt juistheid en rechtschapenheid tot schitterendheid
en perfectie”. Dit betekent dat een beoefenaar van de Orthodoxe Wet zo’n
krachtige energie bij zich draagt dat hij alle abnormale staten rond hem
en binnen het bereik van zijn energie kan rechtzetten en normaal maken.
Bijvoorbeeld, wanneer men ziek is bevindt het lichaam zich in een abnormale
staat, en de ziekte zal verdwenen zijn als deze abnormale staat wordt
recht gezet. Om het in gewone woorden te zeggen, cultivatie energie is
werkelijk materie. Een beoefenaar kan het objectieve bestaan van zulke
energie waarnemen door voortgezette oefening.
Noot van de vertaler: in het Chinees worden hier twee verschillende
woordtekens gebruikt, waarbij één staat voor lucht.